Een nieuwe woning is geweldig, want het is hét moment om je woonruimte helemaal naar eigen smaak in te richten. Of het nu gaat om de kleur van de muren of de indeling van de keuken: het is aan jou! Helaas wordt een belangrijk onderdeel van de inrichting nog vaak over het hoofd gezien: het lichtplan. En dat is jammer, want goede verlichting maakt een wereld van verschil als het gaat om de sfeer in de woning en de uitstraling van het interieur. Benieuwd hoe je een lichtplan opstelt? In dit artikel leggen we uit, zodat je direct zelf aan de slag kan.
Waarom een lichtplan zo belangrijk is
Met een goede voorbereiding voorkom je latere frustraties, zoals om stopcontacten op de verkeerde plekken. Een goed lichtplan zorgt ervoor dat je nieuwe woning niet alleen een mooie uitstraling heeft, maar ook prettig aanvoelt. Verlichting beïnvloedt namelijk je gemoedstoestand en wooncomfort. Te weinig licht maakt een ruimte somber, terwijl een te veel aan fel licht juist kil kan aanvoelen. Vergeet ook niet dat verlichting een grote rol speelt als het gaat om het accentueren van bijvoorbeeld meubels of kunst. En met slimme keuzes in armaturen en lichtbronnen kun je ook nog eens energie besparen. Redenen genoeg dus om hier al in een vroeg stadium over na te denken!
Wanneer begin je met je lichtplan?
Het beste moment om een lichtplan te maken is vóórdat je gaat bouwen of verbouwen. Je kunt dan nog eenvoudig leidingwerk en aansluitpunten aanleggen of verplaatsen. Heb je een bestaande woning gekocht? Maak dan alsnog een lichtplan voordat je meubels bestelt of gaat schilderen. Zo stem je de verlichting af op je inrichting en voorkom je dat je later opnieuw moet boren of hakken.
De basis van een goed lichtplan
Een lichtplan bestaat grofweg uit drie soorten verlichting. Je hebt ten eerste de basisverlichting. Dit is de algemene verlichting in de ruimte, zoals plafondlampen of inbouwspots die de hele kamer gelijkmatig verlichten. Verder is er functionele verlichting, wat licht is dat gericht is op specifieke taken. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een leeslamp bij de bank, of spotjes boven het aanrechtblad. Ten derde is er sfeerverlichting, die zorgt voor de gezelligheid en sfeer in de ruimte. Dit kun je realiseren met onder meer dimbare spotjes en ledstrips. Een goede mix van deze drie zorgt voor comfort én flexibiliteit. Door met zones en dimmers te werken, kun je de sfeer heel makkelijk aanpassen aan het moment van de dag.
Stappenplan: zo maak je je eigen lichtplan
Wil je zelf een lichtplan maken voor je nieuwe woning? Volg dan de volgende stappen om direct aan de slag te gaan.
1. Maak een plattegrond
Begin met een plattegrond van je huis. Teken hierop alle ruimtes en geef aan waar meubels komen te staan, zoals banken en tafels. Vaak krijg je bij aankoop van een nieuwe woning de beschikking over plattegronden van alle verdiepingen. Deze kun je ook gebruiken voor je lichtplan.
2. Bepaal de functie van elke ruimte
De volgende stap is om te bepalen wat de functie van elke ruimte is. Is een kamer bedoeld om te relaxen, te werken, te koken? De functie bepaalt het type verlichting dat je nodig hebt. Soms is die functie heel makkelijk vast te stellen, maar bij andere ruimtes die geschikt zijn voor meerdere functies kan dit ingewikkelder zijn. Het is wel van belang om dit in deze stap goed op papier te krijgen, zodat je de volgende stappen op de juiste manier uitwerkt.
3. Teken in waar licht nodig is
Markeer op je plattegrond waar welke van de drie soorten verlichting geplaatst moeten worden. Denk hierbij aan:
- Spots boven het werkblad in de keuken;
- Sfeerverlichting bij de zithoek;
- Goede verlichting bij de kledingkast of spiegel in de slaapkamer.
4. Kies de juiste armaturen en lichtbronnen
Let behalve op lichtsterkte (lumen), ook op kleurtemperatuur (Kelvin) en energieverbruik (watt). In de afbeelding hieronder zie je een kleurtemperatuurkaart. Warm wit licht (2700K–3000 Kelvin) is fijn voor de woonkamer, terwijl je in de keuken of werkkamer beter iets koeler licht (4000 Kelvin) gebruikt. Meestal wordt op de verpakking van de lampen vermeldt hoeveel Kelvin ze hebben. Daglicht heeft een sterkte van 7000 Kelvin.
5. Werk met zones en dimmers
Met zones worden afzonderlijk te bedienen groepen verlichting bedoeld. Door per zone dimmers toe te passen, kun je de sfeer op één plek gemakkelijk aanpassen van fel functioneel licht tot zacht avondlicht.
Tip: integreer verlichting in je interieur
Verlichting is een volwaardig onderdeel van je interieurontwerp. Met ledstrips kun je de ruimte onder keukenkastjes verlichten en met wandlampen kun je decoratieve elementen toevoegen. Wil je écht een strakke afwerking? Kies dan voor inbouwverlichting. Op ledinbouwspotsleds.nl vind je uitgebreide informatie en advies over hoe je een lichtplan opstelt en hoe je verlichting mooi laat opgaan in je interieur.
Veelgemaakte fouten (en hoe je ze voorkomt)
Bij het maken van een lichtplan zien we vaak dezelfde fouten terugkomen. Hieronder zie je de meest voorkomende, inclusief tips om ze te omzeilen:
-
Te weinig lichtpunten
Vooral in grote ruimtes of keukens kan één plafondlamp onvoldoende zijn. Werk met meerdere lichtbronnen per ruimte. -
Geen rekening houden met meubels
Een lichtpunt boven de eettafel die niet uitkomt met de tafel? Daar wordt je niet blij van! Teken meubels dus mee in je lichtplan. -
Geen dimmers gebruiken
Een felle spot in de woonkamer zonder dimmer is weinig sfeervol. Kies standaard voor dimbare verlichting als dat kan. -
Verkeerde kleurtemperatuur
Een badkamer met warm licht ziet er gezellig uit, maar is minder praktisch om je in op te maken. Pas het licht dus aan op de ruimte en functie.
Laat je inspireren en adviseren
Een goed lichtplan maken hoeft niet moeilijk te zijn, maar het vraagt wel om aandacht en voorbereiding. Gelukkig hoef je het niet alleen te doen. Laat je inspireren door woonmagazines of professionele blogs. Schakel eventueel een lichtspecialist in als je twijfelt over je keuzes. Met een slim lichtplan haal je het maximale uit je nieuwe woning!
Op de hoogte blijven en interessante tips ontvangen? Volg ons!
